KEES VAN TWIST
DIRECTOR
GRONINGER MUSEUM
Groningen, The Netherlands
JULY 2006
From the introduction to the book:
Gertrud D, Life and Work,
published 2006
(Scroll down for Dutch version)
I have rarely seen an artist who enjoys what life has to
offer as intensely as Gertrud D (Trudy Derksen). She
embraces life, finds pleasure in her talents and the
richness of life around her and shares it with others.
The unreserved, almost vulnerable way in which she
manifests her talents commands respect. This is what
distinguishes creative artists from the rest of the world:
they are prepared and able to expose their vulnerability
and part of their soul to the outside world. That is
how Gertrud D reveals herself in her work. It is exciting
to discover how Gertrud D’s work has evolved and
matured.
There is a notable difference between her work from
the 1990s and the work she is making now, ten years
later. That first period was characterized mainly by thick
layers of colour on canvas and paper, whereas now she
creates more space and light and allows shapes and
colours to float on the paper and the canvas, giving her
work a lighter touch.
Everything is no longer filled in, shapes and colours are
given more room. This style of painting corresponds
with some of her earlier work, in which the underlying
layers are still vaguely visible under the surface.
‘These are the emotions we can’t name, but that we
feel and that are dormant in us. You don’t have to
show everything, you can also leave some things in the
shadow,’ Gertrud D explains.
Gertrud D’s work can be considered as a journey, as life
itself. She declares that painting for her is an adventure.
‘Sometimes I don’t know where I will end up.’ It gives
her unprecedented freedom. It is noticeable in the way
she works and the candour with which she speaks
about it. She experiments with techniques and talks
with great enthusiasm about artists that have inspired
her. Gertrud D is not concerned with working according
to the traditions of painting. Gertrud D: ‘I am free.’
This is where her great strength lies when she embarks
on the adventure of painting. In the shapes, the colours
and the use of materials. Paper is her favoured surface.
Everywhere in her studio there are large sheets of
paper, in all shapes and sizes, from every corner of the
world. ‘Working on paper is so lovely, paper has a
strength of its own, it is beautiful and great to work
with.’ As to her technique, Gertrud D often starts out by
working on paper, and then transfers the results or just
mounts the paper onto the canvas.’
Where does it all come from.
‘When I first discovered the Blaue Reiter (the group of
German expressionists headed by Wassily Kandinsky
during the first half of the twentieth century – KvT), a
whole new world opened up for me. Not the figurative
aspect, that isn’t what really interests me, but the way
in which the artists of the Blaue Reiter handled colours
and shapes.’ Gertrud D spontaneously names the
artists, thinkers and environments that have inspired
her work.
Her childhood memories of the Roman Catholic Church,
with its baroque and colourful setting and mystical
atmosphere, play an obvious role. The anthroposophical
insights of Rudolf Steiner, Schillers ideas about intuition
and play. Together with artists like Kandinsky and
Mondrian, they are an important source of inspiration
for the work of Gertrud D, as is the later American
painter Sam Francis. The work of the latter made a
particularly deep impression on her. ‘Sam Francis
creates a new order. The way he produces whole worlds
with lines, shapes and colours. He never bores me.’
What began as a tentative exploration in the 1990’s
has evolved into a vocation and a passion. ‘It’s an urge
to create a world, you can create entire worlds on a
small surface, man can do that, which is actually a
miracle. It is a primal creative force. And I have the
desire to create.’
Voorwoord
Kees van Twist, Directeur Groninger Museum*
Zelden heb ik een kunstenaar zo intens zien genieten van wat het leven haar biedt als Gertrud D (Trudy Derksen). Ze omarmt het leven, geniet van haar talenten en de rijkdom van het leven om haar heen en laat anderen daarin delen. De open, haast kwetsbare, manier waarop ze haar talenten toont dwingt respect af. Het is datgene wat scheppende kunstenaars van de rest van de wereld onderscheidt; zij zijn bereid en in de staat hun kwetsbaarheid en een deel van hun ziel publiekelijk prijs te geven.
Zo toont Gertrud D zich in haar werk. Het is spannend om in dat werk van Gertrud D een ontwikkeling, een groei, te ontdekken. Opvallend is het onderscheid in haar werk uit de negentiger jaren in vergelijking met haar werk van nu, tien jaar later. Werd in die eerste periode haar werk vooral gekenmerkt door doeken en papier vol van kleuren helemaal dichtgeschilderd, nu schept ze ruimte en licht en laat ze de vormen en kleuren als het ware zweven op het papier en op het doek en is het lichter van toon. Niet alles hoeft meer ingevuld te worden, vormen en kleuren krijgen ruimte. Deze stijl van werken sluit aan op vroeger werk waarbij onder de ene laag nog vaag een andere laag zichtbaar is.
‘Het zijn de emoties die we niet kunnen benoemen, maar die we wel voelen en in ons sluimeren. Je hoeft niet alles te laten zien, je mag ook dingen in het schemer laten’, zo licht Gertrud D toe.
Het werk van Gertrud D laat zich beschouwen als een reis, als het leven zelf. Ze beaamt dat voor haar het schilderen avonturieren is. ‘Soms weet ik niet waar ik uitkom’. Het geeft haar een ongekende vrijheid. Je ziet het in haar manier van werken en de onbevangenheid waarop ze er over praat.
Technieken worden uitgeprobeerd en met enthousiasme spreekt ze over kunstenaars die haar hebben geïnspireerd. Het gaat Gertrud D er niet om of ze wel schildert volgens de tradities van de schilderkunst. Gertrud D: ‘Ik ben vrij’.
Hierin ligt haar grote kracht wanneer ze het avontuur van het schilderen aangaat. In vormen, in kleuren en in het gebruik van materialen. Papier heeft haar grote voorliefde. In haar atelier liggen overal grote vellen papier, in alle soorten en maten overal vandaan. ‘Het werken op papier vind ik zo ontzettend mooi, geen materiaal waar kleuren zich zo mooi verbinden als op papier. Papier heeft zo haar eigen sterkte, prachtig en heerlijk om mee te werken.’ In haar technieken zie je dat Gertrud D vaak eerst op papier werkt om dat dan later over te brengen op doek of het papier op het doek aan te brengen.
Waar komt het allemaal vandaan.
‘Door het zien van Der Blaue Reiter (de groep van Duitse expressionisten onder aanvoering van Wassily Kandinsky verenigd onder de noemer van het gelijknamige tijdschrift in de eerste helft van de 20ste eeuw, KvT), ging een wereld voor me open. Niet zo zeer het figuratieve, eigenlijk ben ik daar niet in geïnteresseerd, maar de wijze waarop de kunstenaars van Der Blaue Reiter met kleuren en vormen omgingen.’ Spontaan noemt Gertrud D de kunstenaars, de denkers en de omgevingen waardoor ze in haar werk geïnspireerd is.
Haar jeugdherinneringen uit de Rooms-Katholieke Kerk met de barokke en veelkleurige aankleding en de mystieke atmosfeer spelen een onmiskenbare rol.
De antroposofische inzichten van Rudolf Steiner, de ideeën over intuïtie en spel van Schiller. Ze vormen samen met kunstenaars als Kandinsky en Mondriaan belangrijke inspiratiebronnen voor het werk van Gertrud D zoals ook de latere Amerikaanse schilder Sam Francis. Vooral het werk van de laatste maakte diepe indruk. ‘Sam Francis schept een nieuwe orde. Hoe hij werelden maakt met lijnen, in vormen en in kleuren. Hij verveelt me niet.’
Wat in het begin van de negentiger jaren als een voorzichtig ontdekken begon is voor Gertrud D tot een professionele passie uitgegroeid. ‘Het is een drang om een wereld te scheppen, je kunt op een klein oppervlakte hele werelden creëren, een mens kan dat doen, het is eigenlijk een wonder. Schilderen is wat je bent. Het is een scheppende oerkracht. En ik heb de lust om te scheppen.’
DIRECTOR
GRONINGER MUSEUM
Groningen, The Netherlands
JULY 2006
From the introduction to the book:
Gertrud D, Life and Work,
published 2006
(Scroll down for Dutch version)
I have rarely seen an artist who enjoys what life has to
offer as intensely as Gertrud D (Trudy Derksen). She
embraces life, finds pleasure in her talents and the
richness of life around her and shares it with others.
The unreserved, almost vulnerable way in which she
manifests her talents commands respect. This is what
distinguishes creative artists from the rest of the world:
they are prepared and able to expose their vulnerability
and part of their soul to the outside world. That is
how Gertrud D reveals herself in her work. It is exciting
to discover how Gertrud D’s work has evolved and
matured.
There is a notable difference between her work from
the 1990s and the work she is making now, ten years
later. That first period was characterized mainly by thick
layers of colour on canvas and paper, whereas now she
creates more space and light and allows shapes and
colours to float on the paper and the canvas, giving her
work a lighter touch.
Everything is no longer filled in, shapes and colours are
given more room. This style of painting corresponds
with some of her earlier work, in which the underlying
layers are still vaguely visible under the surface.
‘These are the emotions we can’t name, but that we
feel and that are dormant in us. You don’t have to
show everything, you can also leave some things in the
shadow,’ Gertrud D explains.
Gertrud D’s work can be considered as a journey, as life
itself. She declares that painting for her is an adventure.
‘Sometimes I don’t know where I will end up.’ It gives
her unprecedented freedom. It is noticeable in the way
she works and the candour with which she speaks
about it. She experiments with techniques and talks
with great enthusiasm about artists that have inspired
her. Gertrud D is not concerned with working according
to the traditions of painting. Gertrud D: ‘I am free.’
This is where her great strength lies when she embarks
on the adventure of painting. In the shapes, the colours
and the use of materials. Paper is her favoured surface.
Everywhere in her studio there are large sheets of
paper, in all shapes and sizes, from every corner of the
world. ‘Working on paper is so lovely, paper has a
strength of its own, it is beautiful and great to work
with.’ As to her technique, Gertrud D often starts out by
working on paper, and then transfers the results or just
mounts the paper onto the canvas.’
Where does it all come from.
‘When I first discovered the Blaue Reiter (the group of
German expressionists headed by Wassily Kandinsky
during the first half of the twentieth century – KvT), a
whole new world opened up for me. Not the figurative
aspect, that isn’t what really interests me, but the way
in which the artists of the Blaue Reiter handled colours
and shapes.’ Gertrud D spontaneously names the
artists, thinkers and environments that have inspired
her work.
Her childhood memories of the Roman Catholic Church,
with its baroque and colourful setting and mystical
atmosphere, play an obvious role. The anthroposophical
insights of Rudolf Steiner, Schillers ideas about intuition
and play. Together with artists like Kandinsky and
Mondrian, they are an important source of inspiration
for the work of Gertrud D, as is the later American
painter Sam Francis. The work of the latter made a
particularly deep impression on her. ‘Sam Francis
creates a new order. The way he produces whole worlds
with lines, shapes and colours. He never bores me.’
What began as a tentative exploration in the 1990’s
has evolved into a vocation and a passion. ‘It’s an urge
to create a world, you can create entire worlds on a
small surface, man can do that, which is actually a
miracle. It is a primal creative force. And I have the
desire to create.’
Voorwoord
Kees van Twist, Directeur Groninger Museum*
Zelden heb ik een kunstenaar zo intens zien genieten van wat het leven haar biedt als Gertrud D (Trudy Derksen). Ze omarmt het leven, geniet van haar talenten en de rijkdom van het leven om haar heen en laat anderen daarin delen. De open, haast kwetsbare, manier waarop ze haar talenten toont dwingt respect af. Het is datgene wat scheppende kunstenaars van de rest van de wereld onderscheidt; zij zijn bereid en in de staat hun kwetsbaarheid en een deel van hun ziel publiekelijk prijs te geven.
Zo toont Gertrud D zich in haar werk. Het is spannend om in dat werk van Gertrud D een ontwikkeling, een groei, te ontdekken. Opvallend is het onderscheid in haar werk uit de negentiger jaren in vergelijking met haar werk van nu, tien jaar later. Werd in die eerste periode haar werk vooral gekenmerkt door doeken en papier vol van kleuren helemaal dichtgeschilderd, nu schept ze ruimte en licht en laat ze de vormen en kleuren als het ware zweven op het papier en op het doek en is het lichter van toon. Niet alles hoeft meer ingevuld te worden, vormen en kleuren krijgen ruimte. Deze stijl van werken sluit aan op vroeger werk waarbij onder de ene laag nog vaag een andere laag zichtbaar is.
‘Het zijn de emoties die we niet kunnen benoemen, maar die we wel voelen en in ons sluimeren. Je hoeft niet alles te laten zien, je mag ook dingen in het schemer laten’, zo licht Gertrud D toe.
Het werk van Gertrud D laat zich beschouwen als een reis, als het leven zelf. Ze beaamt dat voor haar het schilderen avonturieren is. ‘Soms weet ik niet waar ik uitkom’. Het geeft haar een ongekende vrijheid. Je ziet het in haar manier van werken en de onbevangenheid waarop ze er over praat.
Technieken worden uitgeprobeerd en met enthousiasme spreekt ze over kunstenaars die haar hebben geïnspireerd. Het gaat Gertrud D er niet om of ze wel schildert volgens de tradities van de schilderkunst. Gertrud D: ‘Ik ben vrij’.
Hierin ligt haar grote kracht wanneer ze het avontuur van het schilderen aangaat. In vormen, in kleuren en in het gebruik van materialen. Papier heeft haar grote voorliefde. In haar atelier liggen overal grote vellen papier, in alle soorten en maten overal vandaan. ‘Het werken op papier vind ik zo ontzettend mooi, geen materiaal waar kleuren zich zo mooi verbinden als op papier. Papier heeft zo haar eigen sterkte, prachtig en heerlijk om mee te werken.’ In haar technieken zie je dat Gertrud D vaak eerst op papier werkt om dat dan later over te brengen op doek of het papier op het doek aan te brengen.
Waar komt het allemaal vandaan.
‘Door het zien van Der Blaue Reiter (de groep van Duitse expressionisten onder aanvoering van Wassily Kandinsky verenigd onder de noemer van het gelijknamige tijdschrift in de eerste helft van de 20ste eeuw, KvT), ging een wereld voor me open. Niet zo zeer het figuratieve, eigenlijk ben ik daar niet in geïnteresseerd, maar de wijze waarop de kunstenaars van Der Blaue Reiter met kleuren en vormen omgingen.’ Spontaan noemt Gertrud D de kunstenaars, de denkers en de omgevingen waardoor ze in haar werk geïnspireerd is.
Haar jeugdherinneringen uit de Rooms-Katholieke Kerk met de barokke en veelkleurige aankleding en de mystieke atmosfeer spelen een onmiskenbare rol.
De antroposofische inzichten van Rudolf Steiner, de ideeën over intuïtie en spel van Schiller. Ze vormen samen met kunstenaars als Kandinsky en Mondriaan belangrijke inspiratiebronnen voor het werk van Gertrud D zoals ook de latere Amerikaanse schilder Sam Francis. Vooral het werk van de laatste maakte diepe indruk. ‘Sam Francis schept een nieuwe orde. Hoe hij werelden maakt met lijnen, in vormen en in kleuren. Hij verveelt me niet.’
Wat in het begin van de negentiger jaren als een voorzichtig ontdekken begon is voor Gertrud D tot een professionele passie uitgegroeid. ‘Het is een drang om een wereld te scheppen, je kunt op een klein oppervlakte hele werelden creëren, een mens kan dat doen, het is eigenlijk een wonder. Schilderen is wat je bent. Het is een scheppende oerkracht. En ik heb de lust om te scheppen.’